Help! Doe iets!

Ik zat op de bank, met een helend maar nog onbruikbaar been, en zag hoe een land een ander land binnenviel. Ik voelde mijn machteloos. Gelukkig steunde mijn land het aangevallen land. Al kon ik niet veel doen, ik hoefde mij niet te schamen.

Ik liep weer rond, met krukken en bezocht een land. Ik zag hoe daar een deel van de bevolking werd onderdrukt, gebrutaliseerd, door de meerderheid van dat land. Ik voelde woede, maar helemaal machteloos was ik niet. Ik kon mij inzetten voor groepen van dat land, die wel geloofden in samenleven op basis van rechtvaardigheid, gelijkheid en het respecteren van elkaars mensenrechten.

Anderhalf jaar later las ik, vroeg in de ochtend, hoe in dat land grote gruwelen werden uitgevoerd, door een terroristische organisatie. Zag ik hoe daar door de regering van dat land instant wraak werd genomen, met alle mogelijke middelen, nietsontziend, wraakzuchtig, en met voorbijgaan aan alle wetten die er gelden in een oorlog. Want oorlog is verschrikkelijk, maar niet wetteloos. Meestal.

Nu zit ik weer op de bank, met weer een helend been, en ik zie de gruwelen zich nog dagelijks ontvouwen. Al drie maanden en drie weken gaat deze ongelijke strijd door. En ik voel mij machteloos, weer.

En dit keer schaam ik mij. Want mijn regering schaart zich laf achter de regeringen van bevriende mogendheden, in de hoop… In de hoop op wat eigenlijk? Een woordje mee te mogen spreken? Erbij te mogen horen? Handel te kunnen blijven drijven? Militaire hulp in nood te kunnen blijven ontvangen, wanneer (niet als, het komt zeker als we niet oppassen) dat nodig is? Of is het vanwege een positie, omwille van de smeer?

Maar al voel ik mij woedend en machteloos, er is wel iets wat ik kan doen.

Als Nederland, mijn land, deze vleugellamme regering, zich schaart achter de lijn van Israël en de VS, om gebaseerd op nog niet onderzochte feiten, meent hulp aan de burgerbevolking van Gaza door UNWRA op te moeten schorten; In een oorlogsgebied, waar al een derde van de bevolking aan het verhongeren is; In een oorlogsgebied, waar artsen, hulpverleners en journalisten doelwit zijn. Waar tienduizenden (de helft kinderen) al stierven en nog een meervoud daarvan gewond en weer voor het leven getekend is; Waar systematisch scholen, vluchtelingenkampen, ziekenhuizen en voorraden worden gebombardeerd; Waar hulpkonvooien met hoognodige voeding en medicijnen welbewust worden tegengehouden.

Dan is er iets wat ik wel kan doen. 

En als ik het kan, kan jij het ook:

Help! Doe iets!

Geef wat je kunt aan UNHCR, het Rode Kruis, Cordaid, Oxfam Novib, Artsen Zonder Grenzen, Stichting Vluchteling of welke andere organisatie ook maar die je kent die hulp biedt in nood.

En vertel erbij, hier, in je vrienden- en familiekring, waar je maar kunt, waarom je dat doet.

En als er, over een paar maanden, over een jaar, of twee, hier weer verkiezingen zijn in dit welvarende, vrije, gelukkige, maar laffe land. Kies dan met je geheugen en je verstand. Zodat je je niet meer hoeft te schamen.

Wanneer is iets van waarde?

“Het is alweer negen uur,” zegt de oudere dame naast mij. En ik antwoord: “Oh, gelukkig, het schiet al op”. Alsof ik niet kan wachten tot deze dag weer voorbij is. Een beetje de geest die heerst op zorgafdelingen, en wie weet in hoeveel meer instellingen en situaties waarin we verkeren die niet voldoen aan het standaard ideaal: gezond, genoeg geld, veilig, niets te wensen.

Maar al terwijl ik het zeg denk ik: wat een onzin, alsof deze dag niet mee zou tellen, overgeslagen moet worden, van minder waarde is. Alleen om het feit dat ik nu even niet kan doen wat ik normaal gesproken doe. In mijn geval zou ik nu bezig hebben moeten zijn met de opbouw van een evenementje.

En als dat niet aan de hand was, stond ik wel zeer verantwoorde jam of curd te maken van biologisch fruit. Of ruimde ik mijn huis op, ging naar een museum. Er is nog zoveel dat ik deze maand wilde zien.

In plaats van al die nuttige, aangename, educatieve activiteiten, in plaats van die geweldige reis naar Kenia die ik eind deze maand onverwacht zou maken, in plaats van die bezoekjes aan familie en vrienden aan het begin van weer een jaar zit ik nu hier.

Weer, in een rolstoel, met wat breukjes die het functioneren ernstig belemmeren, tijdelijk.

Zit ik tussen een kleine groep mensen in hetzelfde of een erger schuitje, is er een weekmenu, moet ik het doen met de blik uit het raam, tien stappen heen en tien stappen terug tussen de leggers van de brug, driemaal daags, op geleide van pijn. Zijn er de steeds herhaalde verhalen van mensen die al een tijdje meelopen en meer verleden hebben dan toekomst. 

Zou deze dag niet mee tellen, sneller voorbij moeten zijn dan zo’n met activiteiten gevulde superdag?

Zou dat onverwachte gesprek met die zeer oude dame die mijn moeder nog kende en herinneringen ophaalde aan haar, van minder waarde zijn, omdat ik in een rolstoel en zij achter een rollator stond op de gang van een zorgafdeling?

Zou het levensverhaal van die heel zelfstandige vrouw, die altijd voor zichzelf en haar familie zorgde, en die nu merkt dat zij verdwaalt in het heden, zich realiseert dat er geen familie is om haar te steunen, er niet toe doen?

Zou de simpele lol die we hebben als we weer eens allerlei manoeuvres uit moeten halen om allemaal met onze diverse hulpmiddelen aan tafel te kunnen, minder waardevol zijn dan de gescripte humor van de gemiddelde TV-show?

Zou het gesprek met die dame die het geestelijk en lichamelijk zo zwaar heeft, dat zij niet wil zeggen wat haar echt dwars zit, niet net zo nuttig zijn als de interessante verhandelingen in allerlei talkshows over mindfullnes, of omzien naar elkaar?

Wanneer is iets van waarde?

Ik tel mijn zegeningen, en aan het eind van deze dag maak ik de balans op:

Er is voor mij gezorgd, er is om mij gegeven. Verwachte en onverwachte bezoekers kwamen langs en gaven mij hun tijd en hun verhaal. Net als vrijwel alle dagen die ik hier noodgedwongen doorbreng. Deze dag hoefde niet sneller dan hij ging, en eigenlijk ging hij nog te snel. Ook deze dag heeft zeker waarde.

Beste PVV-er

Beste PVV-stemmer, is dit echt wie je bent?
27 november 2023

Toen ik jaren geleden ’s morgens bij het wakker worden wist dat de Britten de EU uitgingen, voelde ik zo’n zakkend gevoel in mijn maag. Ik was verbijsterd: ze hadden het tóch gedaan. Je kreeg de neiging te denken dat die stemmen uitgebracht waren door mensen die veel te klagen hadden en misleid waren over de waarde van de EU. Maar ik kwam niet veel later een Britse collega tegen die notabene in diezelfde EU-constructie zijn goed belegde boterham verdiende, en ook tegen stemde. Min of meer ‘out of spite’. Maar toch.

Datzelfde verbijsterde gevoel heb ik nu al de hele week, in mijn eigen land: hoe konden we onszelf zo te kijk zetten, hoe konden we zo het glibberige steile pad kiezen van een Poetin-vriend; Hoe konden we de veiligheid van ons eigen land en van heel Europa negeren in onze gang naar de stembus.

Er worden veel kiezers in beeld gebracht. Men kiest dan bij voorkeur een degelijke volksbuurt, met veel Jan Modaal of net twee slagen daaronder. Mensen met een wat lagere opleiding, met een inkomen waar ruim overheen gesprongen kan worden. Mensen die recht van klagen hebben, kun je zeggen, en die wel wat anders aan hun hoofd hebben dan verkiezingsprogramma’s met elkaar te vergelijken. Mensen die vatbaar zijn voor valse beloftes, zeg maar. Mensen die niet beter weten.

Maar dat ben jij helemaal niet hè? Dat beeld is incompleet.
Jij bent heel iemand anders. Mogelijk ben je zelfs familie van me. In dat geval heb je weinig te klagen: een goed huis, een vast inkomen waarmee je het eind van de maand haalt, regelmatig op vakantie naar warme oorden, een respectabel lid van de samenleving. Je doet vast vrijwilligerswerk ergens, bij een sportvereniging, de plaatselijke houthakkersbond, je leest kinderen voor op school af en toe. Je hebt vrienden, familie, een toekomst.

Het bedrijf waar je werkt is een gerespecteerd bedrijf, met mooie opdrachten in dienst van de samenleving. Dat is te lezen op de websites, waar men rept over veiligheid, of leefbaarheid, of duurzaamheid. En waar de mens altijd centraal staat, de samenleving omarmd wordt en de toekomst van groot belang is. Je bent werkzaam in de zorg, de bouw, de politie, defensie.

Je bent goed opgeleid, in het weekend ga je uit met de meiden, of stappen met de maten, of je volgt een spannende netflixserie. Je staat naast het veld, waar je kinderen sporten, je maait keurig het gras in de voortuin, doet boodschappen bij de super.

En toch, en toch stond je donderdag te juichen met je collega’s. Ineens konden jullie hardop zeggen op wie je had gestemd: op de winnaar!

Eindelijk zou het allemaal goed komen in ons landje.

Heb je toen ook aan je kinderen gedacht, of de kinderen van vrienden of familie? Hoe zij hier wonen over pakweg, twintig, dertig jaar?

Denk je dat jouw bedrijf of instelling garen spint bij deze koers dwarsuit naar rechts?

Denk je dat de veiligheid van ons land gebaat is bij het in de steek laten van Oekraïne? Welke taallessen zullen jouw kinderen of kleinkinderen krijgen op school? Ben je jong genoeg om je voor te stellen hoe het is, om niet meer te kunnen kiezen op wie je wilt, ooit?

Denk je dat je nog op vakantie zult willen naar een warm land, als het klimaat echt ontspoort? Het gras in de voortuin hoef je dan in ieder geval niet meer te maaien.

En heb je aan die collega’s gedacht, die hardwerkende buitenlanders, een aanwinst voor jullie bedrijf?

Denk je dat de bouw sneller gaat straks, als er nergens meer buitenlanders worden ingezet? Dat het in de zorg beter wordt? Kijk dan eens om je heen wie er schoonmaakt in jullie ziekenhuis of zorginstelling en wie er in de keuken staat. Of wie er nu bezig is op onze landbouwgronden,

Denk je dat het veiliger wordt in onze straten, als opgeschoten jongeren denken dat ze nu, met de rechterarm omhoog, op buitenlanders mogen gaan jagen, of op leden van de LHBTI-gemeenschap?

Heb je aan je collega, lid van een van die minderheden, gevraagd hoe hij of zij zich nu voelt? Die collega waar jullie zo goede sier mee maken als het zo uitkomt om te laten zien hoe inclusief jullie zijn? Het menselijke gezicht van je organisatie? Nee hè?

Hebben jullie ook maar één moment bedacht hoe het moet zijn voor iemand die hierheen vluchtte, omdat hij of zij in eigen land niet veilig was. Hoe het moet zijn te werken tussen mensen die jou het liefst zien vertrekken? 

Hoe het moet zijn te bedenken waar je nog heen kunt, als het hier echt niet meer gaat? 

Hoe het moet zijn als je denkt straks niet meer open jezelf te kunnen zijn?

Als wij, in Nederland, hard roepend dat we echt, echt niet extreemrechts zijn hoor, ook niet na al die stemmen op Wilders, het al niet meer redden met elkaar, hoe ziet onze toekomst in Europa er dan uit?

Natuurlijk, iets leuks doen voor de veiligheid van de wereld op je werk is veel makkelijker dan er in je eigen bestaan ook nog rekening mee houden.

Zeker, het is lastig en vervelend dat korter douchen, dat afval scheiden. 

En minder vliegen is al helemaal niet leuk. 

Dan is het veel makkelijker om in de baas zijn tijd met dat soort dingen bezig te zijn.

Maar als jij, goed opgeleide, goed betaalde, hard werkende Nederlander, al niet meer in staat bent je werkelijk te verdiepen in wat er nodig is voor een enigszins veilige, enigszins goede toekomst voor ons allemaal, of we nu oud of jong, hoog- of lager opgeleid, hier of elders geboren, zwart, wit of groen, zijn en van wie of wat we maar ook houden; Als jij al niet meer in staat bent om verder te kijken dan je eigen neus lang is….

Open brief aan Mark Rutte, voormalig partijleider van de VVD

Den Helder, 23 november 2023

Beste Mark,

Weet je nog dat lange telefoongesprek dat we hadden in 2010? Je was nog net geen Minister-President. Jij zult het je niet herinneren, maar ik heb er nog vaak aan gedacht.

Ik was wethouder van een middelgrote gemeente en reageerde op een voorstel van een gemeenteraadslid van de VVD, toen mijn partij, over ritueel slachten en een mogelijk verbod daarop. Er was geen rituele slacht in mijn stad, het was een proefballonnetje van Helma, om te zien of en hoe het zou landen. Je bezwoer me dat het echt, echt niet was om de rechterflank te plezieren, dat het echt alleen om dierenleed ging. (Die megastallen staan er nog trouwens)

Dat diegenen die bij Wilders wilden zitten daar nu allemaal al wel zaten, dat de VVD echt niet verder naar rechts op zou schuiven. Dat ballonnetje werd doorgeprikt, het bewuste raadslid verliet de gemeenteraad voortijdig voor een bedankplekje onderaan op de lijst en uiteindelijk in de Kamer. Ze schreef er nog een boek over, want ze was zelfs voor de toenmalige VVD te rabiaat. 

Ik heb je in 2010 gezegd dat ik het scherp in de gaten zou houden en schreef nog vele mails naar de partij, voornamelijk over die koers ten aanzien van buitenlanders, mensenrechten, integriteit. Ik kreeg altijd een keurig antwoord terug: keurig en nietszeggend. Gebeld heb ik je nooit meer. Gestemd op mijn eigen partij ook niet. Toen het steeds gortiger werd, heb ik de VVD verlaten, een raad die jij me gaf toen, in 2010. De hoop dat een ander geluid de koers zou kunnen bijsturen was allang vervlogen.

Vanmorgen werd Nederland wakker bij een PVV met 37 zetels. 37 Zetels met dank aan 17% stemmers van de VVD.

Ik hoop maar dat je opvolger in ieder geval één belofte houdt: dat ze niet in een kabinet zit met premier Wilders. En ik hoop (ik ben een onverbeterlijke optimist) dat ook wat andere zinnige mannen hun rug recht houden en samenwerken, om het tij te keren en dit land leefbaar en veilig te houden voor iedereen.

Als je het straks wat minder druk hebt, tijdens de pogingen tot formatie en in afwachting van je verhuizing naar Brussel, denk dan nog eens aan dat gesprek en de koers die je toen koos.

Dan kun je vast bedenken hoe je Orban tegemoet zult treden, die supporter van Wilders; 

Wat je zult zeggen tegen President Zelensky als hij geen steun meer krijgt in zijn strijd om een democratisch en vrij land;

En wellicht zijn wat lessen Russisch handig, om die of gene welkom te heten.

Linda Rose Smit

Nieuw(s)

Ik sprak vanavond met H over de huidige ellende in Israël en de Gazastrip. En hoe snel we wennen aan zelfs het slechtste nieuws als het elke dag herhaald wordt. 

H gaat het goed, hij heeft net zijn vaste aanstelling bij een ingenieursbureau waar hij nuttige dingen doet met infrastructuur in onze stad. Hij is 29 geworden. Hij geeft op zijn vrije maandag les aan de Volksuniversiteit. Hij kocht vorig jaar zijn eerste (oude) autootje. Hij kon zelfs op vakantie naar Italië.

Toch is, zo zei hij mij, zijn leven een drama.

Elke dag begint hij met het nieuws te lezen op zijn telefoon. Over zijn land, Syrië, waar zijn ouders nog wonen. Ze zijn er goed vanaf gekomen met de aardbeving, net ver genoeg weg. 

H kreeg na een traject van vier jaar om hier te komen en anderhalf jaar wachten status. Leerde daarna in anderhalf jaar genoeg Nederlands om ons les te geven over en in zijn eigen taal, het Arabisch.

We waren het erover eens dat het vreselijk is wat er nu gebeurt, en dat het toch niet waar kan zijn, dat als je pretendeert een land te willen leiden, dat je dan zo makkelijk over de doden heenstapt.

Op zijn telefoon las H de afgelopen week elke dag over aanvallen op steden in Syrië. De vijfhonderd doden hebben ze daar de afgelopen week ook makkelijk gehaald. Een aanval op een militair opleidingsinstituut alleen was goed voor meer dan honderd doden. Vanuit Turkije worden de Koeren bestookt. En vanuit Israël vliegt er ook af en toe wat over.

We lezen er hier niet meer over. Het haalt het nieuws hier niet meer. We weten het nu wel, Assad mag weer meepraten hier en daar, krijgt handjes geschud. 

Voor ons is er altijd weer een nieuwe oorlog die de aandacht vraagt.

Wie weet nog hoe het gaat met slachtoffers van de aardbeving? Wie leest er nog over de Witte Helmen, die nog wekelijks omkomen bij hun pogingen mensen onder het puin vandaan te trekken. Ze kregen een prijs voor dat werk, ooit….

Er zijn weer nieuwe lijken en als die van de juiste kant komen, betreuren we ze, en hangen hun vlag op. En als ze niet van de juiste kant komen, dan is het hun eigen schuld.

Afhankelijk van welke zender ik kijk, zie ik de lijken op straat in Gaza, of de uitgebrande auto’s en de lijken op de weg in Israël.

Oekraïne kan even wachten, de kogels gaan even naar Israël. De aandacht ook. Voor even.

Tot we gewend zijn en het aantal slachtoffers weer ‘normaal’ is, en aan de goede kant van het hek vallen.

In de tijd dat ik dit schrijf zie ik verschillende bombardementen in de dicht bewoonde Gazastrip. Live, full colour. 

Er worden aan alle kanten weer haters gekweekt, mensen die zich zullen blijven verzetten tegen de ander, omdat familieleden omkomen. We leren niet. 

We leren wegkijken, dat wel.

Van het een…

Ik onderzocht de mogelijkheid van een warmtepomp. Poetin viel Oekraïne binnen. We betalen hier in NL € 2 per dag per persoon aan het gas uit Rusland. Ik bestelde de warmtepomp, om die € 2 te verlagen. De warmtepompen waren uitverkocht. Ik bestelde een fleecejas en zette de verwarming op 15. 

De winter ging voorbij. Er kwam weer wat lucht op het warmtepompfront. De installateurs maakten een afspraak. Ik ruimde de cv-ruimte en de aangrenzende inloopkast leeg. Alle kamers boven stonden vol. De warmtepomp werd in 5 uur geïnstalleerd. Ik bleef achter met een heel lege inloopkast.

Stofzuigen. De muren witten. Nieuw kastpapier op de planken (shocking pink). Spullen sorteren en ordenen, kleding sorteren en ordenen. Wat niet meer terugkomt in de kast verdelen over bestemmingen. Alle spullen die wel moeten blijven weer in de kast. Planken weer (iets minder) vol. Hangers weer hangen. 

Het resultaat van dit alles:

Een warmtepomp die nog niets hoeft te doen.
Een inloopkast die er keurig bij staat.
Een bovenverdieping die een puinhoop is. 
Ik moet nu de logeerkamer weer ordenen. 

Wellicht moet daar gewit worden…

Inpakken, wegwezen, 28 juli 2023

Nog één keer de wandeling over het natte zand naar het duikcentrum waar ik mijn spullen, inmiddels droog, verzamel tot een handzame bundel en nog wat bekers thee wegwerk; in afwachting van L. die er op rekende er tussen half negen en negen te zijn. Om twintig voor tien komt hij aan, tekent mijn logboek af, we pakken de spullen in de pick-up waarmee hij vandaag een andere job uit gaat voeren, en we rijden terug naar het hotel.

Daar schuif ik de duikspullen mijn kamer in en begeef me naar de Spa. Een paar uur later, met een velletje als een gepeld eitje en de mindset van een kwal (die je hier niet ziet verder) rest mij nu alleen nog het inpakken van de koffers, de wandeling naar de receptie, waar het vol zit met een buslading bestemd voor Cairo, een laatste rit door de bergen. Dan is het de gebruikelijke wachtperiode bij de gate.

‘t Is mooi geweest, ‘t is mooi gewest, ’t is wondermooi geweest.

Laatste loodjes, 27 juli 2023

IMG_8830

Maar helaas, het houdt wel op natuurlijk. Dus donderdag de laatste duikdag. We doen nog een keer Lighthouse, en na weer een luie lunch aan de boulevard gaat het naar Islands, met een ander profiel dit keer.

Er ontbreekt niet veel op het lijstje ‘wat willen we zien onderwater’. Maar toch ben ik blij als ik een octopus vind, rustig op zijn koraalrots na 17 minuten. 20 Minuten later en tien meter hoger vind ik een flinke murene, een heel volwassen exemplaar; we blijven even hangen om te zien waar zijn staart zit, tussen het koraal. L gebaart dat ons lijstje nu bijna afgestreept is, we zoeken allen nog een keer de schildpad. Die zit vandaag elders, maar wel vinden we een frogfish. We hadden het er nog over gehad: L kende ze alleen uit boekjes. Ze zien er grappig uit, het zijn moordmachines. En verdomd, we maken het mee dat er ergens een vrij rondzwemt, om zich daarna te vestigen op de camera van een duikgroep voor ons. De duikster in kwestie weet even niet wat ze ermee aan moet, hij blijft hardnekkig zitten. Dan zwemt ze naar een rode spons, waar hij gezien zijn fel oranje kleur ook vandaan komt en houdt de camera zo dichtbij dat de frogfish de boodschap snapt en de overstap waagt. Alle duikers in de buurt blij, L doet een rondedansje en ik krijg een box.

De tweede duik, de laatste die dag, brengt ook de schildad niet, hoe we ook alle plekken afgaan waar hij zich normaal lekker voelt. Ook met vakantie wellicht, of op de vlucht voor het warme water. Na weer 75 minuten natte oren is niet alleen mijn persluchttank bijna leeg, mijn eigen tankje vindt het ook genoeg. We laden de boel nog een keer op de pick-up, ik spoel mijn spullen en zet ze te drogen.

Als afsluiting van de dertig lange duiken die we samen maakten, nodigt L mij uit op pizza in het restaurant van zijn vader. Rond zonsondergang, de mooiste tijd van de dag. Hier heeft hij jaren gewoond en rolde hij als kind zomers zo uit zijn bed het water in. Hij kent iedere stek, elk koraal, is verknocht aan dit stadje waar hij bijna iedereen kent.

Als ik terugkom, belooft hij, is hij er ook. Dan vinden we vast die schildpad nog.

Lights out! 26 juli 2023

IMG_8818

De adrenaline komt mijn oren nog uit als ik dit schrijf, het is inmiddels half twaalf, zo laat maak ik het hier niet. Maar vandaag (25) was dan de lang gehoopte nachtduik. Op een plek waar normaal geen nachtduiken voorkomen, men beperkt zich tegenwoordig om allerlei redenen tot huisriffen. Na een zeer warme dag werd de temperatuur eindelijk aangenaam. Op het strand vanwaar we gaan duiken zitten mensen te genieten van de koelere temperatuur aan het water. Het water is nog steeds warm. Met zijn drieën het water in. Nachtduiken zijn helemaal van een andere wereld. Je voelt je nog meer te gast in een omgeving waar slechts weinigen mogen komen.

Waar je kijkt beweegt wat, zelfs het geluid is anders ’s nachts, het smikkelt en het kraakt. We zien alle soorten zee-egels, wat krabbetjes, een zeer weinig geziene schorpioenvis, en een heel jonkie van dat soort. We zien (ik als eerste, dubbele punten) een Spaanse danser, niet dansend helaas, maar ik reken het toch goed. Allerlei garnalen, heremietkrabben, een gekke platvis, wandelende schelpen, wandelende veersterren: het is er allemaal. Regelmatig gaan we uit ons dak. Geen idee hoe L het doet, maar hij zoekt net zo lang tot hij vindt wat hij van plan is. Gekke zeekomkommers, een uitzonderlijk lange wormkomkommer. Tot L het koud krijgt, hij duikt slechts in rashguard en we zijn al 80 minuten onderweg. Dan vinden we flashlightvissen. De lampen gaan uit en we genieten van hun geheimzinnige flitsen op het koraal, en en-passant op nog meer lichtend spul, veel kleiner. De halve maan heeft onderwater regenboogkleuren. L maakt een vreugdedansje, we zijn uitzinnig van vreugde.

Als de computer al niet meer telt, omdat we op zeer ondiep water zitten, waar zeer warm en koud water gemengd wordt, vinden we nog twee soorten snake-eels en een drab muray. Zoek maar even op. Als we bovenwater zijn, alsof je in een warm bad zit, willen we er eigenlijk niet uit. Boven ons die maan en sterren, door het stof in de lucht iets minder helder dan gewend. Y, de chauffeur,  is inmiddels knap chagrijnig. We hadden volgens hem allang weer bovenwater moeten zijn, en hij om zes uur thuis.

Als we terug zijn op de club, na een blije rit in de laadbak, zitten daar drie vrienden van L. Een hechte groep. Ze gaan de bergen in, sterren kijken. Morgen willen ze allemaal mee op nachtduik.

Niet slecht voor duik nummer 370. En duik 373 was inmiddels minstens zo mooi, en gaf ons weer andere vondsten. Het houdt maar niet op.

Taal, 25 juli 2023

We waren aan de late kant vandaag, in verband met het tij. Maar toch zo’n beetje de eerste op The Rock, waar onze hangout was vandaag. De zee blak als een spiegel, de kamelen nog leeg, op hun (soms zeer jonge) bedoeïenen berijders na. Nog geen bussen, geen quads, geen zwemmers hier. Het beloofde een hete dag te worden.

Waar praat je over met elkaar tijdens deze weken, als je langer met elkaar optrekt? En hoe?

A. deelde met de manager het nieuws dat hij volgende maand gaat trouwen. In het Engels, ik feliciteerde hem in het Arabisch. Het feest is in Cairo, waar veel familie woont, hij heeft al zeshonderd aanmeldingen, er komen er waarschijnlijk meer.

L. deelde met mij zijn probleem van deze week: investeren in een technische duikcursus, voor heel veel geld (zeker naar de lokale begrippen) of investeren in iets met een kortere terugverdientijd, wat hem minder kennis geeft? Hij heeft grootse plannen voor de toekomst, en wil met de jaren dat hij duikgids is een startkapitaal bij elkaar sparen. Al zal hij het met blote handen uit steen moeten hakken, hij gaat het doen. Was de lokale uitdrukking die hij erbij gebruikte. We hebben het over de andere gasten om ons heen en waar ze vandaan komen, we praten over de vissen die we zagen. De oogst was vandaag weer rijk. Onderwater doen we dat met gebarentaal. Bovenwater praten we vooral Engels, en ik gooi er al het Arabisch en Egyptisch in dat tot mijn beschikking staat. Veel is het niet, maar plezier verzekerd.

We hebben het over hoe moeilijk of makkelijk het is om bv Spaans te leren. Ik vraag af en toe vertaling van een uitdrukking die ik net hoor. Ik probeer zoveel mogelijk te volgen van de gesprekken, en soms kom ik op het onderwerp. Meestal helemaal niet natuurlijk.

Met de manager en zijn zoontje spreek ik Duits, hun taal. En L spreekt dat ook en kan zo ook wat Nederlands verstaan. Vaak is een vraag of opmerking in je eigen taal zo duidelijk gezien de omstandigheid, dat je een goed antwoord krijgt in een andere taal. Men begrijpt meer dan men echt verstaat, dat is communicatie.  Alles speelt mee.

En soms zijn er verrassingen. Ik vertel L een verhaal over een situatie waar je veel mensen zou verwachten, en eindig in het Nederlands met de opmerking: En wat denk je? Geen hond!

L lacht. Dat Nederlands verstond hij, omdat het op Duits lijkt. En in Egypte gebruiken ze dezelfde uitdrukking: misch kelb!

Taal, helemaal niet moeilijk, als we elkaar maar willen verstaan.